Investeren is ondernemen en visa versa.
Ben je bewust van de fiscale voordelen bij investeren
Ondernemen vergt investeringen. Denk hier aan je huisvesting, inrichting, computer, machines, maar ook bijvoorbeeld je website. Dit zijn je bedrijfsmiddelen. Is het aanschaffingsbedrag hoger dan € 450 en staat het bedrijfsmiddel meerdere jaren ten dienst aan jouw onderneming, moet je, zowel bedrijfseconomisch als fiscaal, dat bedrijfsmiddel activeren. Vervolgens ga je afschrijven. Je verdeelt hiermee de uitgave aan het bedrijfsmiddel over het aantal jaren dat deze binnen de onderneming wordt gebruikt (meestal 5 jaar).
In dit artikel ga ik in op de fiscale mogelijkheid van investeringsaftrek en geef ik enkele tips om de juiste keuzes te maken bij het investeren.
Uitgaven zijn geen kosten
Door het activeren van het bedrijfsmiddel, valt het grootste deel van de uitgaven in het jaar van investeren niet ten laste van de jaarwinst. De uitgaven zijn geen kosten. Dit heeft directe gevolgen voor je financiële weerbaarheid. Daarnaast betaal je in dat jaar relatief meer belasting. Er kan een liquiditeitskrapte ontstaan. Vooral wanneer actief uit eigen middelen wordt betaald.
Fiscale mogelijkheid
De Belastingdienst biedt de ondernemer de mogelijkheid om een deel van de investering in mindering te brengen op de winst, de zogenaamde investeringsaftrek. Aftrek is mogelijk in het jaar dat het bedrijfsmiddel in gebruik is genomen.
De investeringsaftrek kent drie ‘smaken’;
- Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek,
- Energie-investeringsaftrek,
- Milieu-investeringsaftrek.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Als ondernemer kan je in de aangifte de investeringsaftrek (laten) toepassen. Er geldt een minimum investeringsbedrag van € 2.301. Om de investeringsaftrek te bepalen, moet je het totaalbedrag van alle investeringen in het betreffende fiscale boekjaar nemen. Een samenwerkingsverband telt als één onderneming, waarna het bedrag van de investeringsaftrek kan worden verdeeld over de verschillende vennoten. Tot een totaal investeringsbedrag van € 56.192 (2017) geldt een percentage van 28%. Tussen € 56.192 en € 104.059 is de investeringsaftrek gemaximeerd tot € 15.734. Boven een investeringsbedrag van € 104.059 wordt de investeringsaftrek afgebouwd naar € 0, op basis van de volgende formule: € 15.734 -/- 7,56% van investering boven € 104.059 (fiscaal boekjaar 2017). Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor aftrek. Zo zijn onder andere personenauto’s, woonhuizen en grond buitengesloten. Voor een uitgebreide opsomming verwijs ik naar de site van de Belastingdienst.
voorbeeld 1:
Totale investeringen bedragen € 40.000. De investeringsaftrek kan als volgt worden berekend: 28% * € 40.000 = € 11.200. Dit bedrag mag vervolgens in mindering worden gebracht op de fiscale winst.
voorbeeld 2:
Bedrag van investeringen is € 120.000. De investeringsaftrek is dan: € 15.734 -/- (7,56% * (€ 120.000 -/- € 104.059) = € 14.529.
Energie-investeringsaftrek
Naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, kan je ook in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek. Hiervoor is een verklaring energie-investering van het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) nodig. Staat je bedrijfsmiddel op de energielijst, moet je binnen drie maanden van het aangaan van de investeringsverplichting een verzoek bij RVO indienen. Aftrek is alleen mogelijk bij bedrijfsmiddelen die niet eerder in gebruik zijn genomen, met andere woorden, het moet gaan om nieuwe middelen. Er geldt een minimuminvesteringsbedrag van € 2.500 per bedrijfsmiddel. Voor 2017 is het aftrekpercentage 55,5% (2016: 58%, 2013-2015: 41,5%). Het maximaal aftrekbare bedrag wordt door de MKB-ondernemer waarschijnlijk niet gehaald. Deze bedraagt namelijk voor 2017 € 69.600.000. Hier hoort een investering van € 120.000.000 bij!
Milieu-investeringsaftrek
Welke bedrijfsmiddelen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek, staan op de milieulijst. De milieu-investeringsaftrek kan niet samen worden gebruikt met de energie-investeringsaftrek. Ook voor de milieu-investeringsaftrek geldt een minimumbedrag van € 2.500 per bedrijfsmiddel, dient de investering binnen drie maanden te zijn aangemeld bij RVO en moet het gaan om nieuwe bedrijfsmiddelen. De milieu-investeringsaftrek kent drie categorieën, elk met haar eigen aftrekpercentage. Categorie I geeft recht op 36%, categorie II 27% en categorie III 13,5%.
Tips bij het investeren
Belangrijk is dat je je als ondernemer niet alleen laat sturen door fiscale prikkels. Daarom volgen hier vijf tips:
- Beoordeel de noodzaak voor aanschaf van het bedrijfsmiddel, investeer pas als het echt nodig is voor je onderneming.
- Vervolgens bepaal je of je recht hebt op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, energie-investeringsaftrek of milieu-investeringsaftrek.
- Weet je het fiscaal voordeel, kan je bepalen wat de investering jou uiteindelijk netto kost. Je krijgt inzicht in de mate waarop de investering ‘drukt’ op je liquiditeitspositie.
- Is er sprake van een liquiditeitskrapte, kan de financieringsbehoefte worden bepaald.
- Vraag desgewenst hulp van een adviseur.
Meer weten?
Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen jou om ‘in control’ te blijven.